De vertegenwoordiging van vrouwen op invloedrijke posities is vanaf de eerste feministische golf een belangrijk speerpunt geweest om het leven van vrouwen in Nederland te verbeteren. Door de verwerving van het vrouwenkiesrecht in 1919 hebben vrouwen meer invloed kunnen uitoefenen op de politiek. Er was een nieuwe groep kiezers en volksvertegenwoordigers bijgekomen, waardoor problemen vanuit een andere invalshoek op de agenda gezet konden worden. 

Maar de oververtegenwoordiging van mannen op posities met macht blijft honderd jaar later nog steeds een groot probleem. De verbetering van de representatie van vrouwen op invloedrijke posities is nog hard nodig. Niet alleen in de politiek, maar ook in andere posities van invloed kunnen vrouwen het verschil maken. Bijvoorbeeld in instellingen, in besturen en in raden van bestuur van grote ondernemingen. Ook in de media is het van belang dat vrouwen invloedrijke posities bekleden. 

De onderstaande statistieken geven een schets van de situatie rondom de representatie van vrouwen in machtsposities. 

In de politiek 

  • De Tweede Kamer bestaat in 2018 met 54 vrouwelijke leden voor 36% uit vrouwen. Dit is een daling van 4% ten opzichte van het jaar 2012. De Eerste Kamer bestaat in 2018 met 26 vrouwelijke leden voor 19,5% uit vrouwen. 

  • Met 6 vrouwelijke ministers is 37.5% van de ministers in 2018 vrouw. In 2015 was het aandeel vrouwen in gemeenteraden 28%.  

  • Nederland heeft nog nooit een vrouwelijke premier gehad. 38% van de 146 door The World Economic Forum onderzochte landen heeft in de laatste 50 jaar wél een vrouwelijk staatshoofd gehad. 

Ook in het bedrijfsleven blijft de oververtegenwoordiging van mannen een groot probleem. 

  • In 2016 was het aandeel vrouwen in raden van commissarissen bij grote bedrijven 21,4%.  

  • In 2016 was het aandeel vrouwen in raden van bestuur bij grote bedrijven 13,5%